Mijn blog kan toveren. Gisteren kon je lezen hoe ik zou proberen om af te kicken van mijn “gokverslaving”. Ik win toch nooit en maak er mezelf alleen maar ongelukkig mee. Ik meende wat ik zei, en heb me voorgenomen om vanaf volgende week helemaal te stoppen. Maar deze week mocht ik nog eentje kopen, de allerlaatste. Om het af te leren. Vanmorgen liep ik dus met een lang gezicht plechtig naar het krantenwinkeltje. Ik smeet een staaltje riooljournalistiek met de laatste roddels op de toog, en zei: “En ook nog een Win For Life alsjeblieft.” Ik hoopte stiekem dat de vrouw zou doorhebben wat er aan de hand was. Dat ze zou beseffen dat ze dat zinnetje voor een heel lange tijd niet meer zou horen, en me bij wijze van afscheid twee lotjes voor de prijs van een zou geven. Maar ze merkte niets en zei: “Dasdanvijfeurotwintigastublieeeeeft,” met een snelheid kenmerkend voor de routine van haar job. Ik nam mijn aankopen van haar aan en bereidde mij voor op een hartverscheurend afscheid.
Ik verwachtte niets toen ik het grijze laagje wegkraste. Het zou zijn zoals alle andere ochtenden, gewoon dezelfde teleurstelling. Ik had spijt dat ik wéér drie euro verspild had, ik stond op het punt om mezelf in een dik, zwaar deken van zelfmedelijden te wentelen. Na het krassen stak ik het ticket uit gewoonte al bijna terug in mijn zak, want dat is wat er gebeurt als je meespeelt met een kansspel. Tijdens het spelen besef je al dat je kansloos bent, je geeft het al op voor je er goed en wel aan begonnen bent. Maar vandaag was anders. Ik zag een vijf bij de winnende cijfers staan, en stond daar ook een vijf bij mijn eigen cijfers? Neen, het zal wel gezichtsbedrog zijn. Waarschijnlijk ben ik aan het dromen en word ik binnen een paar minuten wakker, leunend (én kwijlend) op de persoon die de fout maakte om naast mij te komen zitten op de trein. Maar het was geen droom, na maanden van frustratie was mijn gloriemoment eindelijk daar. Ik probeerde een kreet van vreugde te onderdrukken maar dat lukte mij niet, met als resultaat dat ik een hoog en krassend piepgeluid maakte. De vreemde blikken konden mij niet deren, ik had eindelijk, EINDELIJK, het grote lot gewonnen.
Het is nu ongeveer zeven uur later, en ik zit nog steeds met een grote glimlach op mijn gezicht in het niets te staren. Niets kan mijn humeur verpesten. Geen lekkere yoghurtjes meer in de koffiekamer? Niet erg! Een extra vergadering waardoor heel de dagplanning door elkaar gesmeten wordt? Geen probleem! Mijn broek staat al heel de dag open zonder dat ik het gemerkt heb? Doet me niets! Want straks ga ik mijn winst innen. Ik ga opnieuw naar het krantenwinkeltje, en de vrouw van achter de balie zal mij niet herkennen. Ik ben niet meer dezelfde vrouw van vanmorgen, die vrouw met het ochtendhumeur en de levensloze gezichtsuitdrukking. Neen, sinds vanmorgen ben ik een winnaar, en zo zal ik mij vanaf nu ook gedragen. En de zes euro die ik gewonnen heb, steek ik in een spaarpotje dat ik speciaal voor de gelegenheid goud ga verven. Om mijn status hoog te houden, weet je wel. En ik ga proberen om er geen nieuwe Win For Life mee te kopen. Ja. Ik ga proberen…
Misschien kan je ons morgen trakteren met die 6 euro? Dat is pas een goed doel!
Gek! Ik geef die zes euro nooit uit. Die blijft symbolisch achter slot en grendel. Da’s mijn appeltje voor de dorst, als ik later al mijn geld heb opgedaan aan benzine om jullie dronkaards te vervoeren in mijn slee!