Pelgrim voor een dag

Morgen ga ik mijn grenzen verleggen. Ik ga met mijn vrienden naar Scherpenheuvel stappen. Een afstand van 40 kilometer. Vraag mij niet hoe, wanneer, waar of waarom, want ik weet het niet. Ik weet niet hoe, want ik heb er helemaal de conditie niet voor. Ik weet niet wanneer, want ik kan totaal niet inschatten of we er acht, tien of twaalf uur over zullen doen. Ik weet niet waar, want ik heb geen oriëntatievermogen en heb de routeplanning dus overgelaten aan een medestapper. En ik weet al helemaal niet waarom. Het is een goed voorbeeld van een idee dat ontstaat in een gekke bui op café en dan later toch weer boven water komt.

Het is allemaal mijn eigen schuld. Ik vertelde mijn vrienden een aantal weken geleden, tijdens een gezellig avond op een terrasje, het verhaal van een ex-medestudent die te voet op weg was naar Santiago de Compostella. Hij was helemaal alleen op stap, en via Facebook konden de geïnteresseerden zijn tocht volgen. Ik was daar danig van onder de indruk, en deelde mijn bewondering met mijn maatjes. Ik droom al lang van zo’n grote pelgrimstocht, maar voor zoiets heb je een goede conditie, doorzettingsvermogen, geld en heel veel vakantiedagen nodig. Met die doorzetting zit het wel snor, maar mijn conditie is nog in de opbouwende fase (hoera voor eufemismen) en mijn geld en vakantiedagen zijn op. En toen zei iemand: “Waarom gaan we niet gewoon om te oefenen al eens naar Scherpenheuvel?”

Het voorstel werd eerst wat weggelachen. Dat zouden we toch nooit kunnen, zo’n afstand op één dag wandelen? Of toch? Misschien was het wél haalbaar, met een goed plan en een strakke voorbereiding? En we zijn toch helemaal niet gelovig, waarom dan juist Scherpenheuvel? Of kunnen we dat gewoon als een symbolische plek zien? Beetje bij beetje werd het plan concreter. Gedreven door enthousiasme (en alcohol?) namen we onze agenda’s erbij en legden we een datum vast. Achteraf werd de datum naar achter verzet, omdat we toch wat meer voorbereidingstijd nodig hadden. En je weet wat ze zeggen, uitstel is meestal afstel.

Maar nu, een paar weken later, is het toch zover. Morgen vertrekken we om 9 uur ’s ochtends, gewapend met een rugzakje vol graanrepen, extra kousen, water en pleisters voor op de blaren. We hebben zelfs een heuse volgauto, die ons kan voorzien van extra water en aanmoedigingen. Maar ergens in mij zegt een klein stemmetje dat die volgauto ook wel handig kan zijn als ik het niet meer zie zitten. Ik wil mijn best doen, maar ik wil ook realistisch blijven. En ik wil vooral ook plezier hebben, dus daarom heb ik mezelf beloofd dat het geen schande is om op te geven. Het is niet erg als ik na drie kilometer al aan de kant van de weg lig te wenen, want het is maar voor de lol! En als ik het wonder boven wonder toch zou halen, dan brand ik een kaarsje voor mezelf. Dat heb ik dan wel verdiend. Wish me luck…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s