Wat is dat toch met die facebookhypes tegenwoordig? En waarom geven die mij zo veel inspiratie voor blogposts? Deze week werd ik weer genomineerd, en dit keer om 20 feitjes over mijzelf te delen die niet zo vanzelfsprekend zijn of die weinig mensen weten. Ik ga echt geen opstel zitten typen op mijn private facebook als ik dat hier ook allemaal op de zeer openbare blog kan zwieren. Ik heb het wel in twee delen opgedeeld, anders moet ik veel te kort blijven en you know that’s not how I roll. Dus vandaag krijgen jullie de eerste lading, en volgende week de tweede reeks. En ik ga er ook geen 20 doen, maar twee keer negen. Want negen is mijn geluksgetal. Deal? Deal.
DE GROTE LIJST VAN DE EERSTE NEGEN FEITJES DIE JULLIE NOG NIET OVER MIJ WISTEN EN MISSCHIEN NIET WILLEN WETEN MAAR IK ZEG ZE TOCH
1. Er is iets wat ik stiekem heel graag eet, maar niet in het openbaar kan eten omdat het gewoon te gênant is: babyvoeding. Moest ik kunnen, ik zou al mijn eten pureren, vooral groenten. En in zo’n potje babyvoeding hebben andere mensen in ’t fabriek dat al voor mij gedaan, dus moet ik zelfs die moeite niet meer doen. Ik ga niet zeggen dat ik dat elke dag eet, maar ik heb toch een noodvoorraadje ergens vanachter in onze kast staan. Vooral omdat ik vrienden heb met kindjes die te oud zijn geworden voor de potjes, en hun restjes aan mij geven. Da’s pas vriendschap. En als at voorraadje op is moet ik er alleen nog maar voor zorgen dat één van mijn andere vriendinnen zwanger raakt en mij dan ook meter maakt van haar kind zodat ik kan zeggen: “Oh dat? Da’s voor als mijn metekindje op bezoek komt.” En dan lach ik zoals Kanye.
Of ik kan ook zelf een kind krijgen. Maar da’s ook zo veel moeite he.
2. Ik heb het soms heel moeilijk met grote getallen. Als iemand een lang getal luidop zegt, maken mijn hersenen er een volledig andere combinatie van. Telefoonnummers zijn een ramp. Ik kan een telefoonnummer luidop zeggen terwijl ik de toetsen indruk, en dan nog tikken mijn vingers andere getallen aan. Ook inloggen met zo’n code op online bankieren lukt niet altijd van de eerste keer. De twee moeilijkste getallen vind ik 67 en 76. Die moet ik altijd eerst een paar keer luidop in mijn hoofd zeggen en echt denken: “Ok, zesenzeventig. Het gaat over zeventig. Dus de zeven staat vooraan. Dat betekent dat zesenzeventig 76 is.”
3. Ik heb geen grootouders meer, en ik ben heel jaloers op mensen die er wel nog hebben. Mijn laatste grootouder is gestorven toen ik het eerste jaar hogeschool zat, dus ik was toen 18. Met mijn moeke (moeder van mijn vader) had ik een heel goede band, en zij is gestorven toen ik ongeveer 15 was. Daarna ben ik een beetje beginnen flippen, en ik heb haar graf nog maar 1 keer bezocht omdat ik het gevoel heb dat ik dat niet aankan. Mensen die nog grootouders hebben: koester ze!
4. Ik drink geen alcohol, en ook geen bruis. En dus zeker geen bruisende alcohol. Alcohol gewoon omdat ik het niet lust, en bruis omdat ik vind dat dat enorm veel pijn doet in mijn mond. Net alsof ze met duizend naalden in mijn tong, keel en gehemelte steken. Ik begrijp ook niet dat ik daar bijna alleen in ben, en dat andere mensen niét vinden dat dat pijn doet. Voor jullie ben ik de freak, maar voor mij zijn jullie de freaks. Toen ik een hippe groovy tiener was, was het breezer-tijdperk in zijn volle glorie bezig. En ik wou niet uit de boot vallen, dus bestelde ik tijdens een avondje chirofuiven natuurlijk ook een breezer. Ik nipte daar dan heel de avond kleine beetjes van, gruwelend en walgend. Ik dacht toen dat ik niet door de mand viel, maar achteraf gezien kan het niet anders dan dat het heel hard opviel. Aangezien mijn gezicht er ongeveer zo uitzag:
5. Een van de dingen die mij het meest ontspant is mijn teennagels knippen. Heel af en toe doe ik dat voor de tv, maar meestal doe ik het op momenten dat ik echt veel tijd heb om uitgebreid in bad te liggen weken en daarna uren voor mijn elektrisch vuurtje te zitten. Die uren zijn mij heel dierbaar: ik neem dan een tijdschrift, een boek, mijn ipad, de radio, en vier handdoeken om mij helemaal in te wikkelen. En mijn nagelknipper en –schaartje. En dan zit ik daar gewoon wat te chillen op de badmat. Zalig.
6. Ik ben vrij klein. Dat is nu niet bepaald een wereldschokkend feitje, maar het heeft wel te maken met het feit dat ik niet op stapelbedden geraak. Oh lordy, stapelbedden. Mijn eeuwige vijand. Ik weet dat dat waarschijnlijk niets te maken heeft met mijn grootte, want kleine kindjes geraken daar ook in, maar shhhht, laat mij leven in mijn illusie dat ik niet gewoon lomp ben. Toen Het Vriendje en ik onderweg waren naar Compostela sliepen we bijna elke nacht in een gedeelde zaal met stapelbedden, en soms moest ik wel bovenaan slapen omdat er niets anders meer vrij was. Gê-nant. Ik snap gewoon niet hoe dat moet? Klim je naar boven als een aapje en zet je dan je knieën op het bed, en duw je jezelf er zo op? Of moet je gewoon vastklampen aan die matras en jezelf dan ophijsen? Ik begrijp het gewoon niet. En zwijg mij van barstoelen. Of oversized stoelen. Vorig jaar zijn we in Gent naar de tentoonstelling van 60 Jaar TV gaan kijken, en de stoel van Joske Vermeulen stond daar. Ik wou daar natuurlijk mee op de foto, dus ik ging aanschuiven tussen al die kindjes. Die mormels, maar half zo groot als ik, geraakten daar allemaal zonder problemen op. En ik wist gewoon niet hoe ik er aan moest beginnen. Ik ben moeten afdruipen zonder foto en een stuk of 20 mensen die mij niet echt subtiel aan het uitlachen waren.
7. Het Vriendje en ik zijn op 1 januari 2009 een koppel geworden. ’t Zat er al een paar weken of maanden aan te komen, maar op 1 januari was het van dat. Dus wij vieren elk jaar dubbel. Ik kan mij geen betere datum bedenken, want ik hou nogal van de eerste van de maand. En zeker de eerste van een jaar. Dat is zo proper, zo mooi, zo vol nieuwe voornemens en kansen. Dus als, zoals bijvoorbeeld dit jaar, 1 september op een maandag valt, dan ben ik helemaal in mijn nopjes. In 2018 gaat 1 januari op een maandag vallen, ik ben nu al een beetje aan het hyperventileren bij het idee alleen.
8. Van het tweede middelbaar tot een jaar of drie geleden heb ik mijn haar niet laten knippen. Wel de puntjes natuurlijk, maar nooit meer dan 2 centimeter. Dus ik had lang, lang, lang haar. En op een dag had ik er gewoon genoeg van, en heb ik er ongeveer 40 centimeter laten afhakken door mijn vaste kapster. Ik was zeker van mijn stuk maar ik heb tranen met tuiten geweend terwijl ze bezig was. Nadien was ik blij dat ik het gedaan had, en ik heb het sinds toen regelmatig laten bijknippen. Maar als ik nu foto’s zie van vroeger als ik een hele goeie haardag had, begin ik toch terug te twijfelen.
9. Ik kan niet liegen, en ik haat geheimen. Soms ben ik veel te eerlijk, en maak ik mij onnodig veel zorgen over leugentjes om bestwil. Ik herinner mij dat mijn mama eens een overschotje van het avondeten had meegegeven met ons zodat we er nog van konden eten de volgende dag. Ik was dat vergeten, en het was slecht geworden in onze koelkast. De week nadien zag ik mijn mama opnieuw, en toen ze vroeg of het lekker was geweest had ik “Ja hoor” geantwoord. Ik ben daar toen de rest van de dag niet goed van geweest, tot het punt dat ik er buikpijn van kreeg. Ik heb haar dan ’s avonds gebeld om op te biechten dat we het niet hadden opgegeten. Ze heeft mij toen een beetje uitgelachen. Ik ga gewoon kapot van schuldgevoelens bij het kleinste leugentje, en ik verwacht ook volledige eerlijkheid van iedereen die ik ken. Het enige geheim dat ik overal meedraag is mijn gewicht. Dat weet niémand. Niet mijn ouders, niet mijn BFF, zelfs Het Vriendje niet. En dat blijft ook zo. Dat is tussen mij en mijn app van de Weight Watchers.
Ziezo, dat waren de eerste negen. Als jullie zin hebben in de negen volgende volledig onbenullige weetjes over mijn persoontje, kom dan volgende week zeker terug.
XO
hoe mega creepy is die Kanye trouwens??? *brrrrr*
Heel creepy, maar ik ben een grote fan van zijn muziek dus ik zie dat door de vingers 🙂
Pingback: Triviale trivia, deel 2 | Voskosmos
Pingback: Zamenvattende Zondag, part XXVII | Voskosmos