Vorige week leerden we onder andere al dat ik graag babyvoeding eet, niet kan liegen en nog minder op stapelbedden kan geraken. Hou jullie vast aan de takken van de bomen, want vandaag geef ik jullie het tweede en laatste deel van de ongelofelijk fascinerende weetjes over mij.
DE GROTE LIJST VAN DE VOLGENDE NEGEN FEITJES DIE JULLIE NOG NIET OVER MIJ WISTEN EN MISSCHIEN NIET WILLEN WETEN MAAR IK ZEG ZE TOCH
10. Al sinds mijn late tienerjaren wil ik graag een tattoo van een klavertje vier in mijn nek, net onder mijn haarlijn. Een heel kleintje, dat ik kan verstoppen wanneer ik het wil. Maar mijn vader heeft eens duidelijk gemaakt dat hij mij zou onterven en zou bannen uit het ouderlijk huis als ik dat zou laten doen. Dat is nu al heel veel jaren geleden en ik weet eigenlijk zelfs niet of hij maar een grapje maakte. Maar ik neem het risico toch liever niet.
11. Ik heb een angststoornis, een gegeneraliseerde dan nog wel. Dat hier allemaal uitleggen gaat te veel tijd en pagina’s in beslag nemen, als je er meer over wil lezen raad ik deze uitleg aan. Ik loop daar al heel lang mee rond, maar pas sinds mijn angstaanvallen ongeveer vijf jaar geleden uit de hand begonnen te lopen heb ik professionele hulp gezocht. Ik ben eerst naar mijn huisdokter gegaan, en zij heeft mij doorverwezen naar een enorm goeie therapeute. Ik ben dan een paar jaar in therapie geweest, in het begin regelmatig en intens en tegen het einde minder frequent. Zo ben ik in het laatste jaar maar 2 keer geweest, als een soort check-up. Mijn laatste afspraak was in februari, en ik heb er geen nieuwe meer vastliggen. Schouderklopje voor mezelf. Ik zie het zo: ik zal dat voor altijd blijven hebben, maar kan het momenteel wel onder controle houden. En misschien kan ik het wel onder controle houden tot mijn laatste dag op deze aarde. En misschien ook niet, maar dat is ook ok. Dit verklaart ook meteen waarom ik mijn blog al die jaren verwaarloosd heb en pas sinds een paar maanden terug de moed heb gevonden om te schrijven. Moraal van het verhaal: als je je niet goed voelt in je hoofd, zoek hulp. Dat is geen schande. Als je griep hebt, ga je toch ook naar de dokter voor hulp en eventueel een pilletje? Je zou ervan schrikken als je zou weten hoeveel mensen al bij een psycholoog of therapeut zijn moeten gaan. Zoals een wijze reclameslogan ooit zei: just do it!
12. Ik ga veel naar de kermis. Dat is niet bepaald een feitje dat jullie nog niet wisten, aangezien ik bijna de hele zomer over niets anders geblogd heb. Een van de gevolgen van veel naar de kermis gaan, is veel kermisprijzen winnen. En die prijzen zijn vaak, jawel, pluchen beesten. De leukste staan op onze slaapkamer, en Het Vriendje heeft de regel ingevoerd dat ik er telkens een moet wegdoen als ik er een nieuwe wil zetten. Dat ik de oude dan meestal gewoon op de zolder zet, dat hoeft niemand te weten. In de groep kermisbeesten is de subgroep van de schapen. De schapen zijn mijn lievelingsgroep, en ze zijn zelfs zo speciaal dat ze allemaal een naam hebben gekregen. De meeste heb ik niet eens gewonnen op de kermis, maar gewoon gekocht of gekregen. De naam die ze hebben is steeds gelinkt aan de plaats waar ik ze gekocht heb of aan de persoon van wie ik ze gekregen heb. En jaja ik ben 27, ik weet het wel. Maar ik hou van mijn schapen en niemand gaat mij tegenhouden! Toen ik klein was wou ik ook heel graag een schaap als huisdier. Ik zou dan zijn vacht nooit afscheren, waardoor hij uiteindelijk een soort monsterschaap zou worden dat mij zou beschermen tegen al het kwade in de wereld. En met “toen ik klein was” bedoel ik eigenlijk “toen ik 19 was”. Of als ik heel eerlijk ben gewoon “gisteren, vandaag en voor eeuwig en altijd.”

Bovenste rij: Paessuki – Smalley – Bipper – Lammie. Onderste rij: Buddy – Anonymous – Thony – Marcel.
Bij het typen van de namen van mijn schapen besef ik opeens dat meer dan de helft van de namen eindigt op een i-klank. Waar zijn mijn buffalo’s en mijn autostickers, en is Paul Jambers vandaag nog beschikbaar om een reportage over mij te komen maken?
13. Als ik ooit kom te gaan, en ik voorspel dat dat vredig in mijn slaap zal zijn op mijn 109’de verjaardag, dan wil ik dat iedereen op mijn begrafenis heel dramatisch verdrietig is. Veel mensen zijn van mening dat op hun begrafenis hun leven moet gevierd worden, en dat hun vrienden en familie niet verdrietig moeten zijn maar eerder vrolijk de goede herinneringen moeten koesteren. Fuck dat, bij mij moet iedereen zich hysterisch op de grond werpen en alle goden vervloeken voor het wegnemen van zo’n mooi en fantastisch 109-jarig leven. Ik wil gegil, snot overal, ontroostbare mensen die zich moeten vastklampen aan elkaar. En omdat ik 109 ga worden, ga ik waarschijnlijk heel veel van de mensen die ik nu ken overleven. In dat geval wil ik dat er figuranten ingehuurd worden die heel de hysterische boel moeten acteren. Maar ik mag daar allemaal niet te veel over nadenken, want ik voel dat mijn probleempje van punt 11 dan weer komt opduiken.
14. Ik ben van het principe “leven en laten leven”. Zolang je andere mensen geen kwaad of verdriet aandoet, mag je doen en zeggen wat je wil. Ik ben een vredevol persoon en ik zal niet snel ruzie zoeken met iemand. Behalve met 1 iemand. En dat is Davy Gilles. Ik krijg al het zuur als ik nog maar aan Davy Gilles denk. Ik heb ooit van een vriendin als grap voor Kerstmis een foto van hem gekregen en ik heb daar bijna op moeten kotsen. Mijn BFF kreeg ooit het idee in haar hoofd om mij in te schrijven bij Manneke Paul, maar dan als superfan van Davy Gilles die hem absoluut wou ontmoeten. Dat zou zo mooi geweest zijn, vooral aangezien dat live was en ze dus niet veel hadden kunnen doen als ik toen al mijn agressie op hem had losgelaten. Maar het mocht niet zijn, spijtig genoeg.
15. Ik heb mijn rijbewijs pas gehaald in januari, dus pas toen ik al 26 was. Ik heb dat heel lang uitgesteld vanwege veel redenen, waaronder puntje 11 van dit lijstje, maar nu ik het eindelijk heb zijn mijn auto en ik de beste vrienden. Ik probeer niet té veel te rijden omdat ik weet dat het duur is en slecht voor het milieu, maar ik geniet toch enorm van de vrijheid die ik nu heb. Als het rustig is op de baan dan kan ik echt genieten van een half uurtje eenzaamheid in de auto. Vooral omdat ik weiger mijn gsm te gebruiken in de auto en dus echt eventjes afgesloten ben van de wereld. Ik ben dan een half uur gewoon alleen in mijn eigen cocon. En als ik ergens graag zit, dan is het wel in mijn cocon.
16. Ik lees graag de TV-Familie. Niet voor hun interviews of foto’s, want daar erger ik mij liever gewoon aan. Nee, mijn favoriete pagina in de TV-Familie is de dubbele pagina waarin een BV in zijn koelkast laat kijken. Een oplijsting van alles wat in de koelkast zit, een grote foto, een begeleidend interview over waar de BV in kwestie gaat winkelen. I. Love. It. Zo heb ik bijvoorbeeld gisteren geleerd dat Dani Heylen ongeveer 1000 euro per maand geeft aan boodschappen. Say whaaaat? Ze koopt alles vers maar ze wil dan wel besparen op frisdrank door die over de grens bij de C1000 te gaan kopen. Dani toch. Ik weet niet waarom ik zo gefascineerd ben door die pagina, het zal de voyeur in mij zijn. Als ik naar Komen Eten (of naar eender welk ander reality-programma eigenlijk) kijk, ben ik vooral geïnteresseerd in de mensen hun interieur en hoe ze leven. Ik denk dat iedereen dat wel heeft, maar dan misschien niet met een speciale obsessie voor koelkasten.
17. Ik ben nog bijna nooit uit mijzelf wakker geworden ‘s morgens. Ik heb altijd een wekker nodig, ook in het weekend. Als ik in het weekend geen wekker zou zetten, zou ik slapen tot ’s avonds, of misschien zelfs tot de volgende ochtend. Meestal slaap ik in het weekend de klok rond (zeker 12 uur dus, ik weet het, schandalig hé) en dan heb ik nog altijd een wekker nodig om mij na die 12 uur wakker te maken. Op een weekdag heb ik zelfs ongeveer 6 wekkers nodig om op een deftig uur wakker te geraken. De eerste 3 komen uit mijn iPhone, die naast mij ligt. De volgende 3 komen uit mijn gsm van het werk die aan de deur ligt zodat ik moet rechtstaan om hem uit te zetten. Als er opeens geen wekkers meer zouden bestaan, zou ik waarschijnlijk gewoon in constante winterslaap gaan.
18. Ik kan niet naar een tv-serie of –reeks beginnen kijken in het midden van een seizoen. Zelfs niet als ik nog maar 1 aflevering gemist heb. Dan kijk ik gewoon liever niet. Ik kan ook niet naar halve afleveringen kijken. Je hebt zo van die mensen die kunnen zeggen van: “Oh ja, die serie? Ik heb gisteren gezien dat die op tv was, en ik ben dan maar beginnen kijken. Het was nog maar een kwartiertje bezig. Ik denk dat het al de vierde aflevering was.” Of iets à la: “Homeland? Ah ja dat is met die terroristen zeker? Ja ik heb daar af en toe een aflevering van gezien. Welk seizoen? Dat weet ik niet.” WAT? ZIJN JULLIE GESTOORD? Je moet toch echt elke seconde gezien hebben om te kunnen volgen? Wat al de fundamenten voor heel de reeks zijn gelegd in die eerste paar afleveringen, en je de nuances daarna niet meehebt? Ik heb dat niet alleen met kwaliteitsvolle fictiereeksen, ik heb het ook met iets zoals bijvoorbeeld Boer Zoekt Vrouw. Als er per ongeluk een stukje niet is opgenomen, moét ik die aflevering bestellen zodat ik ze helemaal kan zien.
Ik heb al bijna drie A4-pagina’s volgeluld. Moest ik nog een feitje moeten geven, dan zou het waarschijnlijk zijn dat ik het duidelijk niet kort kan houden. Mijn excuses. Maar nu kennen jullie mij weer wat beter. Ik wil de lezers hier ook wel wat beter kennen, dus voel je vrij om in de comments ook een feitje over jezelf te vertellen 🙂
XO
PS: Daarnet kreeg ik een melding op mijn blog van niemand minder dan WordPress zelf: een proficiat omdat ik mij vijf jaar geleden registreerde bij hen en begon te bloggen. Het feit dat ik meer dan drie jaar buiten blog-strijd ben geweest zullen we eventjes vergeten. WordPress mag trouwens ook eens een betere vertaler in huis halen, want dit is wat ik kreeg.
Pingback: Zamenvattende Zondag, part XXVIII | Voskosmos
Pingback: Zamenvattende Zondag, part XLVI | Voskosmos