Dit is mijn 100ste post. Echt waar, ik kan het zelf bijna niet geloven. Op 30 september 2009 drukte ik de eerste keer op “publiceren”, en 5 jaar en 2 maanden later doe ik het opnieuw voor de 100ste keer. Dat er tussendoor een pauze van bijna 4 jaar was, dat vergeten we eventjes. Ik heb schrijvend achter mijn verschillende bureautjes al gelachen, geweend, gezaagd, maar mij vooral heel kostelijk geamuseerd. Ik wijd vandaag deze jubileumpost aan mijn blogverleden, terwijl ik heel hard uitkijk naar de toekomst. Ik wil jullie ook allemaal bedanken, of jullie nu trouwe lezers zijn of hier eerder maar één keer toevallig zijn terechtgekomen (ik kijk naar jullie, mensen met de Google-zoekopdrachten “foto’s van bejaarden”, “ik haat mandarijnen” en “broek spant bij vrouw”). Ik schrijf vooral voor als uitlaatklep voor mijzelf, maar de leuke feedback en de steunende woorden doen elke keer weer deugd. Dus, bedankt. Echt. Ik draag deze post op aan jullie allemaal.
De eerste: Ik weet nog heel goed waarom ik ben begonnen met mijn blog. Ik was nog niet lang afgestudeerd en ik miste het schrijven. Ik heb journalistiek gestudeerd, en ik was dus een paar jaar bijna fulltime bezig geweest met teksten schrijven, nalezen, zwoegen op zinsconstructies en zoeken naar de juiste woorden. Opeens kwam ik in de echte wereld terecht, en begon ik aan een job waar de enige literaire invulling het schrijven van zakelijke verslagen was. Ik wou dus opnieuw een hobby waarbij ik mijn fantasie op hol kon laten slaan, en waar ik uitgebreider kon zijn dan op Facebook. En stiekem vond ik Voskosmos gewoon een heel coole naam die ik graag wou claimen. Die eerste maanden schreef ik helemaal voor mezelf, omdat er ook gewoon niemand las, we moeten daar eerlijk in zijn. Nu schrijf ik nog altijd in de eerste plaats omdat ik er zelf blij van word, maar ook omdat ik anderen blij wil maken. Als ik iets leuk meemaak, ik zie een leuke film of ik ontdek een goed nieuw restaurant, dan wil ik dat delen. En ik wil mensen doen lachen, want dat is het tofste dat er is. En waar kan dat beter dan op deze magische plek die het internet is?
De herkenbaarste: Ik kreeg de meeste Facebook-likes en berichten voor mijn relaas over mijn innerlijke conversaties tijdens de zumba. Ik ben blijkbaar niet de enige die heel enthousiast begint aan een sportles en eindigt met een verlangen naar de zoete verlossing van een appelflauwte.
De pijnlijkste: Deze op het eerste zicht onschuldige post over stinkende mandarijnen was de reden voor mijn log-out van vier jaar. Dat gebeurde niet meteen nadat ik hem geschreven had, want daarna volgden er nog een handvol stukjes. Een paar maanden later, in april 2010, werd er een comment gezet onder de mandarijnen-post. Ik krijg alle comments via mail toegestuurd, en moet ze dan goedkeuren voor ze ook echt op de pagina verschijnen. De comment kwam van een man, ik weet zijn naam niet meer, en kwam er op neer dat ik voor mijn volgende Sinterklaas een koord moest kopen om mijzelf mee op te hangen. Iets in mijn hoofd is toen tilt geslagen. Ik kan heus wel tegen kritiek op mijn teksten, maar iemand die mij zegt dat ik moet zelfmoord plegen omdat ik een negatief stuk had geschreven over mandarijnen, dat kon er bij mij niet in. Ik was mij er opeens van bewust dat ik mijzelf en mijn emoties te grabbel had gegooid voor heel de wereld. En dat er heel wat freaks met slechte bedoelingen bestaan in die wereld. Het feit dat dit in de periode gebeurde waarin ik heel hard begon te worstelen met mijn angststoornis zal ook zeker niet geholpen hebben. Tien minuten nadat de comment binnenkwam heb ik mijn blog offline gezet.
De comeback: Vier jaar later, op 15 maart van dit jaar, was ik al een paar jaar in therapie voor die angststoornis, en moest ik voor de allerlaatste keer op afspraak bij mijn therapeute. Ze had het gevoel dat ik er klaar voor was om haar hand los te laten en op mijn eentje te vechten tegen mijn demonen, die intussen al kleinere demoontjes waren geworden. In ons laatste gesprek hadden we het over mijn blog, en over hoe ik die uitlaatklep miste, en over dat ik spijt had dat ik dat had laten verpesten door een debiele comment. Ik kreeg één laatste opdracht van haar mee: de comment van vier jaar geleden wissen, niet meer terugkijken, en mijn blog terug online zetten. En opnieuw beginnen. Nu klinkt het voor mijzelf ook heel raar als ik dit typ, maar van het idee alleen al kreeg ik een drukkend gevoel op mijn borst en klamme handjes. Maar ik heb altijd braafjes gedaan wat mijn therapeute mij zei, en ik zou het deze keer ook doen. Alleen al omdat het de laatste opdracht was. Ik sprak met haar af dat ik het zou doen, maar dat ik wel anoniem zou blijven bloggen. Mijn gezicht en echte naam tonen was (en is nog altijd) een brug te ver. Dus twee dagen later, op 17 maart, schreef ik mijn eerste post, drukte ik op publiceren, en postte ik een link op Facebook. Ik schreef er iets heel casual bij over een comeback, heel luchtig, terwijl het voor mij een ongelofelijk grote stap was. Een signaal naar mijn demoontjes, alsof ik wou zeggen: “Ja ik ben nog altijd bang, en ja ik ga altijd bang blijven, maar ik ga mijn leven en wat ik graag wil doen er niet meer van laten afhangen.” En kijk, hier zit ik dan. Ik word er bijna een beetje emotioneel van.
De slechtste/minst gelezen: En verdiend ook hé. Ik denk dat ik die dag wat te weinig geslapen had. Laten we deze anders gewoon vergeten. Gelukkig steek ik tegenwoordig iets meer tijd in mijn stukjes J
De populairste: Haaaa, de tafelpoot. Ik schreef deze de dag van mijn vorige functioneringsgesprek op het werk, en toen ik de volgende dag mijn statistieken bekeek viel ik bijna van mijn stoel. Honderden en honderden views, allemaal op een paar uur tijd. Hoe, wat, wie, waarom?? Blijkbaar had een collega met héél veel facebookvrienden de post gedeeld op haar pagina, en hadden die vrienden het dan weer gedeeld, en zo is de bal aan het rollen gegaan. Ik heb er enorm veel reacties op gekregen, blijkbaar konden heel veel mensen zich wel vinden in het leven van een simpel tafelpootje. Het coolste effect was toen een paar mensen er tegen mij over begonnen zonder te weten dat ik hem geschreven had. Het is nog altijd een van mijn eigen favorietjes (of is het arrogant om dat te zeggen?), en nog elke dag komen lezers er op een of andere manier op terecht. Waarschijnlijk door op Google te zoeken naar tips over hoe je het best een tafelpoot afzaagt of aan een tafel monteert, maar dan nog!
Dus nog eens, dankuwel om telkens weer terug te komen naar mijn kosmos. Omdat ik geen doos merci’kes door mijn scherm kan rammen, bedank ik jullie met een foto van een pasgeboren vos. Argh.
XO
ik ben ook één van je trouwe lezers, doe zo voort, vind het leuk!!!!
Danku Mich, dikke kus!
Proficiat! Een mijlpaal! En heel leuk geschreven. Doe zo voort!
Dankjewel! Ik amuseer mij er zelf mee, maar dat andere mensen er ook plezier aan beleven is een heel grote bonus 🙂
Pingback: Zamenvattende Zondag, part XXXIV | Voskosmos